De grootste misdaad van het kwaad is zijn banale, alledaagse karakter
Wat voorheen fluisterend werd gezegd, wordt nu geroepen. En wij doen alsof het ineens redelijke taal is.
[ Intro ]
Jonasz Dekkers van NRC schreef een geweldige tv-recensie, die meer is dan een recensie alleen. Ik citeer:
‘Wat er bij De Oranjezomer gebeurde is niet zomaar een potje polariseren voor de kijkcijfers. Het is meer dan bagger. Het was namelijk een weloverwogen, redactionele keuze om de walgelijke AI-propaganda van Wilders, goede vriend van de trotse homofoob Viktor Orbán, te gebruiken als aanleiding om het te hebben over ‘begrijpelijke angst’ voor moslims in Nederland. Het doet denken aan Antonio Gramsci, die in 1929 schreef: „De oude wereld sterft, de nieuwe wereld worstelt om geboren te worden: nu is de tijd van monsters.” Deze zomer zitten ze bij SBS, aan het hoofd van de tafel.’
Doe vooral jezelf een plezier en lees de gehele recensie: ‘De monsters zitten deze zomer bij SBS aan het hoofd van de tafel.’ Ik zette na het lezen mijn eigen gedachtes op een rijtje. Geen antwoord, meer een verlengstuk.
[ Subject ]
Het begint als een detail. Iets in de toon van een politicus, een zin in een nieuwsbrief, een kop in een krant. Iets dat je opmerkt, maar waarvan je denkt, ach, het is vast een incident. En dan valt het je nog een keer op. En nog een keer. Nog een keer. Tot het moment dat je merkt dat het eigenlijk al een tijdje zo is. Wat voorheen fluisterend werd gezegd, wordt nu geroepen. En wij doen alsof het ineens redelijke taal is. Alsof het over iets gaat waarover je van mening kunt verschillen.
Wat vroeger ‘op het randje’ of ‘over de grens’ was, heet nu ‘het debat openbreken’. Nuanceren. Het heet ‘de zorgen serieus nemen’, ‘de realiteit onder ogen zien’. En het klinkt geruststellend, want niemand wil naïef zijn. We willen realistisch zijn. We willen volwassen praten over moeilijke onderwerpen.
Maar in die verschuiving zit iets glibberigs. Je kunt er moeilijk precies op wijzen, want alles wordt verpakt in nuance. Iedereen bedoelt het goed, zegt men. Of, iedereen heeft recht op een mening. Dus we laten het gaan. We fronsen even, kijken dan weer vooruit. We hebben het druk. We hebben er geen zin in. We willen niet diegene zijn die het verpest. En zo groeit het verder, gedragen door stilte. Niet de stilte van geweld, maar die van beleefdheid.
Niet de ideeën zijn veranderd. Onze bereidheid om ze nog te herkennen voor wat ze zijn, is veranderd. Onze bereidheid te benoemen wat het is. Het is niet dat mensen opeens fascistisch, racistisch, voor etnische zuivering, tegen de islam zijn geworden. Wij zijn opgehouden met zeggen dat ze dat zijn. We wachten liever tot het onmiskenbaar is, en tot en tegen die tijd noemen we het ‘ingewikkeld’.
Ik geloof niet in het idee dat je je moet verzetten met zachtheid. Dat je de ander ruimte moet blijven geven in naam van democratie of fatsoen. Je hoeft de andere wang niet toe te keren als iemand systematisch uithaalt. Je bent geen Jezus. Ergens moeten we weer kiezen voor het ongemak. Liever dat, dan leven in een samenleving die zichzelf normaal blijft noemen terwijl ze iets anders is geworden.
De grootste misdaad van het kwaad is zijn banale, alledaagse karakter. Dat kwaad wordt gewoonte. Dat moeten we durven doorbreken.
[ Wat heb je verder gemist? ]
Het EK in Zwitserland en de Women's Africa Cup of Nations in Marokko zijn in de afrondende fase. Marokko en Nigeria spelen zaterdag voor de titel, en as we speak vechten Duitsland en Spanje uit wie het zondag tegen Engeland mag opnemen in de finale. Ik schreef de afgelopen weken columns over het EK voor het Noordhollands Dagblad, onder meer over Lucy Tough Bronze, en vertelde voor radioshow De Nacht is ZWART over WAFCON.
En voor Hard Gras schreef ik een minnebrief aan Eduardo Camavinga:
‘De eerste keer dat Camavinga als kleine jongen op de club kwam, werd hij eventjes aan zijn lot overgelaten terwijl zijn moeder met de trainer sprak. Hij zag een groepje kinderen verderop op een veld met een bal spelen. Het was een officieel potje, maar dat had hij niet door. Of hij erkende het niet. Het is lang geleden en hij weet het zelf ook niet meer. In plaats daarvan stoof hij het veld op en ontfutselde hij een van de spelertjes de bal. Ze kwamen achter hem aangerend, riepen dat hij de bal moest afgeven, maar hij zette het op een lopen, met bal aan z’n voet als de malignante verschijning van een boze Bretonse tovenaar. Een akka hier, schijnbeweging daar, en aan het eind van zijn run een hek waar hij de bal soepeltjes overheen lobte. Hij was zich van geen kwaad bewust. Bal weg, spel klaar, welkom Camavinga. Zijn voetbalcarriere had ten einde kunnen komen voor deze goed en wel was begonnen, maar de Bretonse voetbalkindjes waren vergevingsgezind en namen Camavinga, ondanks zijn stunt, op binnen hun gelederen.
Het is een voorbeeld van zijn onbezonnenheid, de roekeloosheid misschien ook wel, een aspect dat zo representatief voor de jongen was, en nog steeds voor de man en de voetballer is. Hetgeen hem zo goed maakt, maar tegelijkertijd soms ook beperkt. Tegen Arsenal toonde hij daar vlagen van, dat vermogen om te drukken, te prikken, uit te dagen en in de tang te houden, doen zonder na te denken en toch floreren. Het constante wisselen en draaien met Bellingham, als hemellichamen in een baan rond de stabiele, zowat statische aanwezigheid van Modric. Het is een manier van spelen die zo fundamenteel voor Madrid is, en voor mij, en voor hem, en voor iedereen die kijkt, dat ik het niet volledig bevatten kan. De wedstrijd resulteerde in een 3-0 verlies van Real Madrid en een rode kaart voor Camavinga in de 94e minuut die net zo onbesuisd was als zijn actie op het veld in Fougères, maar bij vlagen was hij glorieus en onbevangen.’
Koop dat blad! Met mooie verhalen van onder meer Michel Doodeman, Gerri Eickhof (!) en Roos Schlikker.
Doorkronkelen is een nieuwsbrief van mij, Danielle Kliwon.
Vraag/tip/foutje gezien? Laat het weten via danielle@kliwonder.nl.
Wil je dat ik voor jou schrijf? Ik hoor graag van je!
Volg mij via Bluesky.