Een druilerige nazomermiddag in het normaal zo zonnige Zuid-Frankrijk
Mijn eerste stuk ooit voor Hard Gras over mijn eerste liefde ooit
Een tot twee keer per maand schrijf ik een zogenoemde ‘longread’, een (semi-literair) langer essay dat wanneer je het niet verwacht in je mailbox verschijnt. Ditmaal neem ik afscheid van Karim Benzema. En hoe anders dat te doen, dan terug te gaan naar het begin. Een druilerige nazomermiddag in het normaal zo zonnige Zuid-Frankrijk. Mijn eerste stuk voor Hard Gras, in kortere vorm, over mijn eerste liefde, Karim Benzema.
*dit is een stuk uit 2020, rigoreus ingekort, maar inhoudelijk niet aangepast, dus ook al is het misschien niet supergoed geschreven, het kwam en komt wel uit het hart <3
Mijn obsessie met Karim Benzema begon meer dan vijftien jaar geleden, op een druilerige nazomermiddag zittend op een bankje naast een modderig grasveld ergens in het normaal zo zonnige Zuid-Frankrijk. Mijn vader had me meegenomen naar een jeugdtoernooi. En het moment dat ik Karim daar zag, op dat veld in de regen, was het liefde op het eerste gezicht.
Karim Mostafa Benzema groeide op in Bron Terraillon aan de rand van Lyon. Het was een quartiers ghettos, een banlieue, waar rivaliserende bendes met wapens over straat liepen en het gras nooit groen leek te zijn. Ver verwijderd van dromen en hoop. De afgelopen jaren zijn er pogingen gedaan de wijk te gentrificeren, maar de kinderen klimmen nog steeds door een gat in het stalen hekwerk om bij voetbaltraining te komen en de reputatie van de wijk blijft onveranderd slecht. Karims vader deed zijn best om zijn zoon en zijn acht andere kinderen van de straat te houden. Kleine Karim moest toen op zijn achtste begon met voetballen na de training gelijk naar huis. Geen gehang buiten. School, voetbal, en thuis.
Toch was het onvermijdelijk dat Karim de verkeerde mensen tegenkwam. Jongens van de straat. Karim Zenati bijvoorbeeld, die een van zijn beste vrienden zou worden. Op sociale media zijn de twee regelmatig samen te zien. Zenati was mee naar het wereldkampioenschap voetbal in Brazilië, speelt een grote rol in een documentaire over Benzema en wordt gezien als de ‘schaduw van de voetballer’.
In 2006 werd Zenati veroordeeld voor een gewapende overval; in 2009 werd hij opgepakt voor drugsbezit (ruim 200 kilo cannabis) en in 2015 was hij een verdachte in de afpersingszaak rondom de Franse aanvaller Mathieu Valbuena, een schandaal waar ook Benzema bij betrokken was.
Finesse en formule 1
Maar ik dwaal af. In 1997 was Benzema nog een onopvallende verschijning. Een beetje dik en teruggetrokken. Hij blinkte als tienjarige uit tijdens een wedstrijd tegen de Olympique Lyonnais Academie waarin hij tweemaal scoorde. De club uitte gelijk interesse in Karim. Hoewel de president van Bron Terraillon SC, de club waar Karim op dat moment voetbalde, hem niet wilde laten gaan, mocht de jonge Benzema uiteindelijk toch proefdraaien bij Lyon. Enkele maanden later verliet hij Bron officieel en trad hij toe tot de jeugdacademie van Olympique Lyon.
Karim speelde met kracht en finesse. Hij was niet de snelste speler, niet op de korte en niet op de lange afstand, maar was ongelofelijk sterk in de eerste meters en gebruikte in duels handig zijn lichaam. Hij was bijna niet van de bal te zetten. Tegelijkertijd vertoonde hij een lichtvoetigheid en wendbaarheid in kleine ruimtes die je niet zou verwachten van een voetballer met zijn lichaamsbouw. Ze hadden zijn technische begaafdheid bij Lyon al snel door. Iets met een kart en een formule 1-auto, zou later worden gezegd, Karims woorden niet de mijne. Ik kan me er wel in vinden.
Robert Valette, oud-speler van Olympique Lyon en CFA-trainer, vergeleek hem een aantal jaren geleden met Franck Ribery en Ronaldinho, maar beschreef Karim ook als ‘this kid that lacked a bit of confidence. He was chubby. He was very shy. He could easily go undetected. […] He was never a troublemaker.’
Om te zorgen dat hij ook echt uit de problemen bleef en zich niet liet meeslepen door de jongens van de straat, verhuisde Karim op zijn vijftiende naar het trainingscomplex van Olympique Lyon. Zijn kamer keek uit op het trainingsveld van het eerste, waar hij dagelijks zijn helden zag trainen. Het was een goede drijfveer voor hem, motivatie, want op een dag wilde hij op datzelfde veld staan, als eerste spits van Lyons eerste elftal. Toen hij eindelijk mee mocht doen met de grote jongens, moest hij zich, zoals traditie is bij Lyon, voorstellen aan het elftal dat toen bestond uit veteranen als Eric Abidal, Florent Malouda en Michael Essien. Ze lachten en maakten gekscherend grapjes toen Karim zijn verhaal deed. ‘Ne riez pas,’ zo zei hij in de kleedkamer. ‘Je suis là pour prendre votre place.’ Een waarschuwing, dat hij er was om hun plaats in te nemen. Die woorden maakte hij meer dan waar.
Toch kwam Karim wel in moeilijkheden. Seksschandalen, een rechtszaak om geld aangespannen door zijn oma en zijn verbanning uit het Franse nationale elftal maakten dat Karim vaker negatief dan positief in de media verscheen. Dit leidde ertoe dat de naam Karim Benzema eerder geassocieerd werd met kwalijke krantenkoppen dan met zijn verdiensten op het veld. Zijn magistrale hakbal-panna tegen Espanyol afgelopen juni (de assist op Casemiro was volmaakt) ging de wereld rond, maar vergaarde lang niet zoveel aandacht als bijvoorbeeld zijn justitionele escapades in 2010 en 2015 (iets met Karim, Franck Ribery en een minderjarige prostituee, en een sextape). Niet altijd even eerlijk, maar wel de realiteit. Slechte publiciteit deed niet af aan zijn voetballende kwaliteiten, maar beïnvloedde wel degelijk de perceptie van de buitenwereld.
Het leukste jongetje van de klas
Maar terug naar dat voetbalveld ergens in Frankrijk. Ik heb altijd al een zwak voor spitsen gehad. Volgens een vriend, begaafd speler van Football Manager op de PC en daarmee een zelfgekwalificeerd voetbalexpert, is de populariteit van spitsen vergelijkbaar met torenspitsen. ‘Een verkondiging van macht en kracht en dat geldt ook voor de spitsen in voetbal,’ zo stelt hij. ‘En mensen zoals jij houden nu eenmaal van macht en kracht.’ Spitskool, noemt een ander mijn voorkeur. Ook lekker.
Toch vind ik het spitsenfenomeen meer te vergelijken met het leukste jongetje van de klas. Die krijgen ook alle aandacht en hebben een bepaalde, ongrijpbare aantrekkingskracht.
Vanaf m’n twaalfde jaar stond ik, als het even kon, in het weekend langs het veld bij Blauw-Wit of SC Sloten/Rivalen. Ik trapte vaak balletjes getrapt met de heren, die het niet erg vonden om de infatuaties van een klein meisje te entertainen. Ze lieten me met alle plezier zien hoe ik het beste mijn doel kon verkleinen in een-op-een situaties en legden me haarfijn uit waarom ik niet altijd moest uitkomen op voorzetten. Ondanks mijn zwak voor spitsen werd tijdens mijn voetbalavonturen met de jongens van sportpark Sloten al vrij snel duidelijk dat ik geen enkel scorend vermogen bezat en eigenlijk beter was in ballen tegenhouden. Zogezegd, zo gedaan. Het doel werd mijn domein. Maar die spitsenliefde, die bleef. Op dat voetbalveldje in Frankrijk ging daar mijn aandacht dan ook gelijk naar uit.
Ik herkende Karim niet meteen als spits toen hij het veld op liep, die nazomermiddag in de motregen. Zijn rugnummer herinner ik me niet meer, maar het was zeker geen negen. Zoals Valette al zei, Karim is ook niet een speler die gelijk opvalt. Ik speurde het veld af, zoekend naar wie wel de negen droeg. Die van de tegenpartij was snel gevonden, een gebronsde jongen met golvende, blonde lokken waar mijn aandacht in eerste instantie naar uit ging. Ik was weliswaar geen scout, maar misschien had Simon Kuper toch gelijk over die willekeurige voorkeur voor blonde spelers.
Keep reading with a 7-day free trial
Subscribe to Doorkronkelen to keep reading this post and get 7 days of free access to the full post archives.