De leer van Confucius als voetbalprobleem
Verder: afscheid nemen van Joe Allen en Apple TV+ slaat weer toe
Voetballiefhebbers,
Volgens Confucius1 zijn mensen hecht en onlosmakelijk met elkaar verbonden. Wie je als mens bent, definieer je niet in je relatie tot jezelf, maar in relatie tot de mensen om je heen. Het eigen karakter vormen wordt gekoppeld aan het bevorderen van de karaktervorming van anderen, aan het grotere goed. Deze leer ligt aan de basis van het dominante denken in Oost-Aziatische landen, waaronder Zuid-Korea.
Het uitgangspunt is harmonie. Deugd. De doctrine van de gulden middenweg. Geen ik-denken, maar wij-denken. Wanneer je opgroeit met het idee dat jouw ‘ik’ afhankelijk en ondergeschikt is aan het grotere goed, dan is het enige dat telt het collectief. En dat levert bescheidenheid, subtiliteit en een bepaalde kuisheid op, maar ook rigide beleefdheidsnormen en sociale interacties, Statusdenken2 en een enorme angst voor gezichtsverlies. De mening van anderen weegt namelijk zwaar – de ultieme nachtmerrie voor iemand zoals ik die zich veel te veel aantrekt van wat anderen van haar denken.
Alles hangt in Zuid-Korea samen met status: des te ouder, des te meer levens- en werkervaring je hebt, des te hoger je op de hiërarchische ladder staat. Die hiërarchie is ook onlosmakelijk verbonden met de taal. Het Koreaans kent zeven spraakniveaus, en talloze beleefdheidsvormen en eretitels, die de hiërarchische status van iemand weerspiegelen en gebruikt worden om de relatie met de gesprekspartner of het onderwerp van het gesprek aan te geven, met betrekking tot leeftijd, sociale status, geslacht, mate van intimiteit en taalhandelingssituatie). Een basisregel van deze Koreaanse eretitels is jezelf ‘lager maken’ dan je gesprekspartner. Daarnaast zijn eretitels niet alleen zelfstandige naamwoorden maar kunnen het ook werkwoorden zijn. It’s a lot, I know.
Iemand die ouder is of een hogere status heeft, spreek je niet aan met zijn of haar voornaam. In plaats daarvan gebruik je een eretitel. ‘Sajangnim’, bijvoorbeeld, voor de directeur of ‘bujangnim’ voor een manager. Het achtervoegsel ‘nim’, de gemene deler bij beide titels, is een teken van respect. Je zou dus ook kunnen stellen Danielle-nim. It has a ring to it.
Hoe ik dit allemaal weet? Koreaanse dramaseries en realityshows zijn mijn guilty pleasure. Ik kan uren naar Heart Signal, All of Us are Dead, Little Women, I Am Solo en Love Alarm kijken. Ik juich mee bij iedere herhaling – Koreaanse series worden ge-edit met héél veel herhaling –, geef mezelf een schouderklopje wanneer ik bepaalde eretitels of achtervoegsels correct identificeer, en geniet van het ongemak van de personages, de buitensporigheid van de verhaallijnen en de welbekende Koreaanse clichés die zorgen voor herkenbaarheid en voorspelbaarheid.
Vooral de rigide structuren en de bijbehorende subtiliteiten en nuances in Koreaanse series, gericht op het voorkomen van publiek gezichtsverlies, zijn een genot. Een op het eerste gezicht nietszeggende blik heeft het effect van duizend woorden en het simpele vasthouden van handen kan voor een gigantische rel zorgen. Ik sla het allemaal gade, soms giechelend, vaak met plaatsvervangende schaamte, andere keren schreeuwend tegen het scherm of hard op lachend, maar altijd met plezier. Ultiem geluk. Althans, voor mij dan.
De Koreaanse statushiërarchie komt overigens niet alleen in de taal naar voren. Je spreekt iemand die hoger dan jij op de rang staat in principe niet tegen. Deze autoritaire manier van denken droeg gedeeltelijk bij aan het neerstorten van Korean Air-vlucht 801 – nog zo'n guilty pleasure, trouwens: Air Crash Investigation. Vlucht 801 crashte in 1997 op Guam, een eiland in Micronesië, als gevolg van fouten van de Koreaanse bemanning.
[…] the first officer and flight engineer did not challenge the captain for his errors. […] However, the flight crew only began to challenge the captain six seconds before impact, when the first officer urged the captain to make a missed approach. According to the cockpit voice recorder (CVR), the flight crew had suggested to the captain that he made a mistake, but did not explicitly warn him.
The flight crew had the opportunity to be more aggressive in their challenge and the first officer even had the opportunity to take over control of the aircraft and execute a missed approach himself, which would have prevented the accident, but he did not do this. […] the NTSB […] noted that ‘problems associated with subordinate officers challenging a captain are well known.’
‘The Korean culture has two features—respect for seniority and age, and quite an authoritarian style,’ said Thomas Kochan, a professor at the Sloan School of Management at the Massachusetts Institute of Technology. ‘You put those two together, and you may get more one-way communication—and not a lot of it upward.’
Status, senioriteit en leeftijd is leidend, zelfs in levensbedreigende situaties. Maar hoe werkt dat dan in een voetbalteam? Het idee dat het individu ondergeschikt is aan de groep is een semi-ideaal streven in een elftal, maar als de pikorde van het collectief bepaald wordt door senioriteit in plaats van verdienste, en de gulden middenweg voorschrijft dat deze rangorde onbetwist blijft, dan werkt dat uiteindelijk nadelig. Toch?
Guus Hiddink ondervond het aan den lijve. De Nederlandse oefenmeester was tussen 2001 en 2002 bondscoach van de Taeguk Warriors en werd onmiddellijk geconfronteerd met de leer van Confucius als voetbaltechnisch probleem. Hij was fel tegen die vorm van hiërarchie op het voetbalveld: ‘Ik respecteer het confucianisme als cultuur, maar op het veld heeft het ongewenste gevolgen. Vermijd de term hyung (oudere broer) voor spelers die ouder zijn dan jij. Het vastleggen van een rangorde gebaseerd op leeftijd leidt tot problemen bij de communicatie tijdens het spel.’
In het boek CEO Hiddink: winnende strategieën voor voetbal én management van Dong-Hyun Lee en Wha-Sung Kim illustreert Hiddink dat mooi.
‘Kijk, als de leeftijden van de drie voorhoedespelers, van links naar rechts 19, 32 en 24 zijn, gebeurt er het volgende: de speler van 32 jaar wil eenzijdig communiceren met de 19-jarige speler links van hem en de 24-jarige speler rechts van hem. Wanneer er dan 24-, 18- en 27-jarige spelers in de achterhoede staan opgesteld en die zich op de middenlijn bevinden, dan zal de speler van 32 jaar hun, net zo, alleen maar bevelen geven en niet naar ze luisteren. […] Natuurlijk heb ik begrip voor het respect voor senioren binnen de Zuid-Koreaanse cultuur. Maar bij het voetbal kunnen we niet beter gaan spelen als er geen goede wederzijdse communicatie bestaat tussen de spelers. Het is echt een probleem als een senior eenzijdig bevelen geeft aan jongere spelers.’
Hiddink slechtte dat probleem door een tijdlang alleen met jonge voetballers te spelen en de oudere spelers op de bank te houden. Daarnaast gaf hij in die periode de voorkeur aan volslagen onbekende spelers boven voetballers met een lange staat van dienst. ‘De jongere spelers zijn initiatiefrijker gaan voetballen zonder de druk van de ouderen. De ouderen hebben geleerd dat ze niet automatisch op basis van hun verleden worden geselecteerd.’
Na Hiddink versleten de Koreanen veertien (interim)managers, waaronder Jo Benfrère, Dick Advocaat en Pim Verbeek. Het Nederlandse succes hebben ze echter nooit kunnen emuleren. Dat neemt overigens niet weg dat Korea het meest succesvolle Aziatische voetballand is, met in totaal negen WK-deelnames (waarvan acht opeenvolgend). En daar zijn de Koreanen trots op. Maar ze willen meer.
Alles voor het grotere goed, maar als het op voetbal aankomt, is er voor de Koreanen geen middenweg. Voetbal is een manier om impact te maken op het internationale podium en ze willen zich dan ook van hun beste kant laten zien. De Koreanen weigeren gezichtsverlies te lijden (de tranen van Heung-Min Son waren op het randje) en zijn kritisch op hun spelers, maar tegelijkertijd dragen ze hen op handen en hebben ze een bijna obsessief soort bewondering en respect. Daar komt geen enkele subtiliteit bij kijken. Bum-Kun Cha heeft een ontastbare heldenstatus (de eerste Koreaanse speler ooit in de Bundesliga, een collectieve overwinning), Gue-sung Cho is de nieuwe nationale schat (deze foto's van Vogue Korea leggen uit waarom) en de knipoog van Kang-In Lee naar Neymar was dagenlang het gesprek van de dag.
Sinds eind februari is de Duitse trainer Jürgen Klinsmann de bondscoach van het Koreaanse elftal. De Koreaanse voetbalfans zijn daar niet superblij mee. Sinds zijn periode als bondscoach van het Duitse elftal laat Klinsmann een weinig subtiel spoor van chaos achter. ‘During his time at the club, Klinsmann had ‘no footballing idea’,’ schrijft Steffen Rohr over Klinsmanns tijd bij Hertha BSC. ‘The noise has increased, but the quality of play has not.’
Philip Lahm schreef in zijn autobiografie:
We practically only practiced fitness under Klinsmann. There was very little technical instruction and the players had to get together independently before the game to discuss how we wanted to play. All the players knew after about eight weeks that it was not going to work out with Klinsmann. The remainder of that campaign was nothing but limiting the damage.
Klinsmann heeft zelf herhaaldelijk aangegeven dat hij niet houdt van een systeem met gedeelde verantwoordelijkheid. Hij is een aanhanger van autoritaire structuren, een hiërarchie waar hij stijf bovenin staat, waarin de eigen mening ondergeschikt is aan senioriteit en status. Aan zijn senioriteit en status. Een samenleving waarin mensen hun eigen mening belangrijker vinden dan respect voor hun meerderen is gedoemd vroeg of laat ten onder te gaan in anarchie, aldus Confucius. Confucius als voetbaltechnisch probleem? Het komt Klinsmann goed uit.
De eerstvolgende wedstrijd van Zuid-Korea is eind deze maand, op 24 maart. De Taeguk Warriors zullen dan aantreden tegen Colombia. Een vuurdoop voor de nieuwe oefenmeester. Bij verlies kan Klinsmann in ieder geval Confucius aanhalen: ‘Onze grootste glorie bestaat niet uit het nooit vallen, maar in het weer opstaan elke keer als we vallen.’ Mijn docent Wetenschapsfilosofie zou trots op me zijn.
Alles voor het grotere goed.
Nog een kleine dienstmededeling. Ik begreep van een aantal lezers dat de laatste twee nieuwsbrieven in de ongewenste mail terechtkwamen. Ik ben er nog niet achter wat het probleem is, maar als je het e-mailadres doorkronkelen@substack.com opslaat als veilig, weet je zeker dat Doorkronkelen op de goede plek belandt. Fingers crossed!
Wat te lezen
— Gisteren zou Jean-Pierre Adams 75 jaar zijn geworden. De in 2021 overleden Franse voetballer is een verdedigende legende, maar zijn verhaal is ontzettend tragisch. In 1982 ging hij voor een routinematige operatie onder narcose, waarna hij nooit meer ontwaakte. Hij lag 39 jaar in coma, zijn ogen geopend maar nietsziend. Ik vroeg me altijd af waarom er niet eerder een einde aan zijn lijden is gemaakt, en ontdekte dat euthanasie nooit tot de mogelijkheden behoorde. ‘Een permanent vegeterende patiënt is een stervende patiënt’, maar dat geldt niet voor de wet. En dus verkeerde hij in een eindeloze slaap, tot zijn dood op 6 september 2021. Een onvoorstelbare tragedie.
— Na Joe Allen heeft ook Chris Gunter zijn internationale voetbalkicksen aan de wilgen gehangen. De verdediger begon zijn carrière als spits bij de Durham Colts en Albion Rovers in Newport, maar switchte al snel naar de full-back positie. Maar goed ook. Hij speelde onder meet voor Tottenham Hotspur en Nottingham Forest, maar kwam uiteindelijk tot wassing bij Reading waar hij acht seizoenen speelde, van 2012 tot 2020. Hij verscheen ook op mijn radar, aangezien ik in die periode veel Football Manager speelde met Reading en een ongezonde fascinatie met de club had vanwege een Britse vakantieliefde zo'n zeven jaar eerder. We hebben fijne tijden samen beleefd bij Reading, Chris en ik, en vierden vele Engelse en Europese successen. Nog bedankt daarvoor.
Afgelopen jaar was hij als speler van vierde divisionist Wimbledon AFC mee naar het WK en in totaal speelde hij 109 wedstrijden voor Cymru. Hij was een ‘leader, machine, an absolute joy’, zo schreef BBC twee jaar geleden toen hij op het punt stond om zijn honderdste wedstrijd voor Wales te spelen. Een stuk dat nog steeds relevant is, over een mooie speler en een mooie carrière.
— Van 1967 tot 1970 woedde er in Nigeria een bloedige burgeroorlog tussen het centrale gezag van het land en de opstandige regio Biafra. De regio had zichzelf uitgeroepen tot zelfstandige republiek en de Nigeriaanse regering trachtte de rebellie met harde hand neer te slaan. Er werd een blokkade rond de nieuwe republiek opgeworpen, in een poging de inwoners van Biafra uit te hongeren. Temidden van deze meedogenloze oorlogsvoering bereikte in 1969 hoog bezoek Benin City. Voetbalclub Santos arriveerde, om een vriendschappelijke wedstrijd te spelen tegen het Mid-Western State-team. In hun midden: Pele. Zijn aanwezigheid veranderde het Nigeriaans voetbal voor altijd.
Om even bij Pele te blijven: The Box is het met prijzen bekroond museum, kunstgalerie en archief van de stad Plymouth. Vanaf 14 maart is in het museum een shirt van Pele te bewonderen. Hij droeg het shirt vijftig jaar geleden, op 14 maart, tijdens een vriendschappelijke wedstrijd tegen Plymouth Argyle. In Plymouth zijn ze die wedstrijd nooit vergeten, want Santos verloor met 3-2 van de thuisploeg. Pele gaf na de wedstrijd zijn shirt tegen Plymouth-verdediger Johnny Hore en die leende het weer uit aan het museum.
Om het vijftigjarig jubileum van de match te vieren komt er op 14 maart ook een speciale YouTube-video uit, met archiefbeelden van de wedstrijd en andere mooie momenten, zoals hieronder.
Video: Day Pele Came to Town (1973) | Britain on Film (TBP) via The Box Plymouth
— Sportartikelen die terugblikken zijn echt mijn zwakke plek. I love 'm. Dit is er weer een, van The Guardian, over de wedstrijd tussen Tottenham Hotspur en Nottingham Forest in 1983, beide clubs toen spelend in de tweede divisie. Tot die wedstrijd was er slechts één keer eerder een wedstrijd van tweede divisionisten live uitgezonden op televisie, door ITV in 1960, een wedstrijd tussen Bolton en Blackpool. Er was twijfel of het uitzenden van tweede divisie-wedstrijden zou werken en men maakte zich zorgen over de impact op de bezoekersaantallen. Maar op 2 oktober 1983 veranderde dat. Spurs - Nottingham was het begin van een nieuwe era.
— Met nog maar vier maanden te gaan tot het WK Vrouwenvoetbal van start gaat, heeft Frankrijk bondscoach Corinne Diacre ontslagen. Het rommelde al langer in het elftal. Zo weigerde sterspeler Wendie Renard – die afgelopen seizoen met Olympique Lyon de beste van Europa werd – nog langer te spelen onder Diacre en minstens twee anderen volgden haar voorbeeld. Diacre was een harde coach:
Known as a taskmaster with no patience for mistakes, dissent or defeat — “What we remember is the final result, and nothing else,” Diacre once said — she was viewed as a cold and ruthless force by some who played for her. She would drop players for not being fit enough, and cut others after they criticized her methods or her tactics. Henry, a star for France’s team for years, said she learned she had been cut from the World Cup roster in 2019 in a phone call from Diacre that lasted “14 or 15 seconds.”
Die aanpak zorgde voor wrijvingen tussen Diacre en haar spelers. De situatie was onhoudbaar, de breuk onvermijdelijk. In 2019 schreef Elian Peltier een prachtig profiel over Corinne Diacre. Hij schetst een beeld van een gedreven vrouw die resultaat boven alles zet, de eerste vrouw ooit die een mannenteam coachte – Clermont Foot. Haar verhaal bij Frankrijk eindigt anders dan ze zelf gehoopt en verwacht had. Waar het fout lijkt te zijn gegaan, schreef Peltier in zijn stuk vier jaar geleden al. Tussen de lijnen is de vraag altijd aanwezig: is Diacre niet té hard?
— En als laatste mooi nieuws uit Schotland, waar de Schotse FA, de Scottish Professional Football League (SPFL), en de Scottish Women’s Premier League (SWPL) de handen ineen hebben geslagen om het nationale voetbal te promoten en naar een hoger niveau te tillen. Samen bereik je meer dan alleen.
Wat te kijken
Wat als je de beste atleten van een land samenbrengt en op zoek gaat naar het ultieme lichaam? Die vraag heeft Physical 100 beantwoordt, met als toepasselijke conclusie dat er niet één echte maatstaf voor kracht is, daarbij ook nog eens de negatieve stereotypes rond Aziatische fysiek doorbrekend.
Maar wat dan, moet iemand hebben gedacht, als je de beste atleten van een land samenbrengt en een voetbalteam laat vormen? Het antwoord komt in de vorm van Netflix-serie The Gentlemen's League.
Het concept is simpel. Koreaanse oud-voetballers selecteren de beste atleten van Korea (van nationale kampioenen tot Olympiërs) en smeden die tot een voetbalteam met één doel: de nationale beker winnen. Of dat lukt laat ik in het midden, maar het concept? Dat werkt.
The Gentlemen's League blinkt uit in entertainment en liefde voor het spel. De charme van de show zit in de teamgeest, goedheid en onschuld van de spelers. Je ziet ze als tieners aan het begin van hun voetbalcarrière, en vergeet bijna dat ze in de dertig zijn. Ook al strijden ze tegen elkaar, ze blijven vriendelijk en wederzijds bemoedigend. Net als in Physical 100, die Koreaanse beleefdheid. Iedere aflevering tovert geheid een glimlach op je gezicht.
De serie zit tjokvol bizarre momenten: van kabaddi-atleet3 Lee Jang Kun die watermeloenen kraakt tussen zijn dijen tot voormalig USPTA-speler Lee Hyung-taik die 8 tennisballen in één hand houdt en deze slaat naar karate-medaillewinnaar Lee Ji-Hwan. Never a dull moment.
Het concept van sociale hiërarchie komt ook hier weer duidelijk naar voren. Spelers verwijzen naar geboortejaren, en zelfs iemand die maar een paar maanden ouder is, wordt gerespecteerd als senior. Senioriteit hoeft geen kwestie van jaren te zijn. Ouder is ouder. Leeftijd is overwicht. Ook zit er een merkbaar verschil in status op basis van waar en in welke rol de spelers hun militaire dienst vervulden.
Het is een extreem entertainende show met héél véél afleveringen, die tegelijkertijd dubbelt als sociologische oefening. En het tweede seizoen is nét begonnen, dus er komen nog meer afleveringen bij!
Wat nou, voetbal?!
We moeten het hebben over soju (om maar even in Koreaanse sferen te blijven). De Koreaanse rijstewijn drink je in combinatie met eten, koud en als shotje. Het smaakt een beetje naar wodka, maar dan een stuk milder. Ik wil niet zeggen dat het net limonade is, maar je drinkt het sterke drankje (12,9 tot 53 procent alcohol) wel net zo gemakkelijk weg. Snacken tijdens het soju’en is dus geen overbodige luxe.
Afgelopen maand heb ik misschien wel de chillste plek om soju te drinken, ontdekt: de Soju Bar. De streetfoodbar zat al in Rotterdam (Witte de Withstraat) en heeft sinds afgelopen jaar ook een zaak in Amsterdam, aan de Ferdinand Bolstraat. Je kan er terecht voor bier met kip, bingsu (ijskoud), bibimbap en – uiteraard – soju. Binnenkort wordt er ook een Soju Bar geopend in Eindhoven, dus de traditionele topdrie in de Eredivisie is voorzien.
Yum.
Doorkronkelen is een gratis wekelijkse nieuwsbrief. Je hoeft dus niet te betalen om deze te ontvangen. Wil je me toch steunen? Dan kan je via Bunq.me een (kleine) donatie doen. Daar help je een freelancende schrijver ontzettend mee. Cheers!
Nog één ding…
Gisteren is de documentaire ‘Real Madrid: Until The End’ in premiere gegaan. Een lust voor het oog, niet alleen voor liefhebbers van de Koninklijke, maar voor álle voetbalfans. De driedelige documentaireserie neemt een kijkje achter de schermen bij de Spaanse voetbalclub en doet dit tijdens een van de meest iconische Europese seizoenen die Madrid ooit heeft gekend: het seizoen 2021-2022. Een seizoen waarin Madrid door velen werd afgeschreven, een verzameling decadente senioren wiens beste tijd geweest was.
Maar ze bewezen het ongelijk van de criticasters. Uit onmogelijke posities sleepte de Koninklijke in de knockoutfase van de Champions League overwinningen uit het vuur. De club was als de Hydra van Lerna, ontoombaar in het miljoenenbal, met als onafwendbare apotheose de 1-0 titelwinst op Liverpool.
Koningen van Europa, voor de veertiende keer. Komt dat zien op Apple TV+.
Confucius (Chinees: 孔子; pinyin: Kǒngzǐ, letterlijk "Meester Kong") was een Chinese filosoof en politicus tijdens de Zhou-dynastie (voor de vorming van het Chinese keizerrijk). Hij wordt gezien als "Wanshishibiao", een voorbeeld voor alle leraren. Hij is de grondlegger van het ‘confucianisme’, een Chinees ethisch en filosofisch systeem dat de nadruk legt op de persoonlijke en bestuurlijke moraal, orde, en respect voor de meerdere.
Wat de Duitsers Statusdenken noemen, is een mentale houding waarbij de eigen sociale status van bijzonder belang is.
Kabaddi (Hindi: कबड्डी, kabaḍḍī) wordt gespeeld op een veld van twaalf meter lang, dat bestaat uit twee helften van elk zes meter. Op iedere helft neemt een team van zeven spelers plaats.
Ieder team stuurt een speler naar de helft van de tegenstander, de aanvaller (raider). Deze aanvaller moet tegenspelers aftikken terwijl deze ‘kabaddi’ zegt. Als de aanvaller iemand aanraakt van de andere ploeg en vervolgens de eigen helft weer bereikt, is de aangeraakte speler af.
Als de tegenpartij de aanvaller verhindert terug te keren naar de eigen helft, dan is de aanvaller af. Als de aanvaller een tegenstander heeft kunnen uittikken, dan mag er een teamgenoot terug. Zodra de aanvaller terug is op eigen helft, mag de tegenstander aanvallen. Het spel duurt voort totdat een van de ploegen geen spelers meer in het veld heeft.