Toen bij de burgemeester de ruiten kort en klein werden geslagen
Brood en spelen, zo schreef Juvenalis, is het enige dat het volk nodig heeft om tevreden te zijn. Als voetballiefhebbers begrijpen we dat. Het Amsterdamse stadsbestuur van 1876 was een ander verhaal.
[ Intro ]
We hebben bewogen weken achter de rug, op politiek, maatschappelijk, voetballend én meteorologisch gebied (het sneeuwde deze week zowaar). En op dat soort momenten, in tijden van chaos en onzekerheid, heb ik altijd een instinctieve drang om terug te kijken. In bewogen tijden is de geschiedenis als een oude voetbaltrainer: soms knorrig en streng, maar meestal met een onverwacht rake wijsheid.
Net als een slecht georganiseerde verdediging die leert van een vernederende 5-0 nederlaag, kunnen wij ook lessen trekken uit het verleden. Kijk naar de geschiedenis als een kampioenswedstrijd vol fouten, comebacks en onverwachte helden. En ja, soms is het gewoon een schwalbe – maar zelfs daar leer je wat van. Want wie het verleden snapt, staat sterker in de wedstrijd van vandaag. En wie weet, misschien scoor je dan ook in de blessuretijd.
Het is alsof we met z’n allen in een eindeloze herhaling van een slechte derby zitten: dezelfde fouten, dezelfde frustraties, maar niemand die even roept: ‘Misschien moeten we het dit keer anders aanpakken?’ De geschiedenis lijkt zich steeds weer voor ons uit te spelen, te herhalen, als een aanvaller die keer op keer door een slecht georganiseerde verdediging loopt.
We blijven schoppen tegen dezelfde problemen, maar zonder te kijken naar de tactieken die ons eerder fataal werden. Het is alsof we denken dat de bal vanzelf de goede kant op stuitert, terwijl de geschiedenis keer op keer laat zien dat je zonder plan nergens komt. Misschien is dat wel het grootste risico van deze tijd: we lijken de lessen van gisteren te vergeten, in de hoop dat morgen ons vanzelf beter gezind is. Maar zoals iedereen weet: hoop zonder actie wint geen wedstrijden.
Nu wil ik met het verhaal hieronder absoluut niet zeggen dat we de ruiten van de burgemeester of het Witte Huis of het Binnenhof kort en klein moeten slaan. Het is vooral een mooi stukje stadsgeschiedenis. En misschien kunnen we er wel iets van leren.
[ Subject ]
Brood en spelen, zo schreef de Romeinse schrijver Juvenalis in de eerste eeuw na Christus, is het enige dat het volk nodig heeft om tevreden te zijn1. Als voetballiefhebbers weten we daar natuurlijk alles van. Maar waar wij het gedachtegoed van Juvenalis bijna belichamen, had het Amsterdamse stadsbestuur dat op 11 september 1876 nog niet helemaal in de smiezen. Er werd namelijk besloten de jaarlijkse stadskermis te verbieden. Tot grote ergernis van het volk, met een oproer als gevolg.
Kermis is van alle tijden. Van oorsprong een jaarmarkt, ter gelegenheid van een feestdag van de parochiekerk van een plaats, groeide de kermis door de jaren heen uit tot een waar volksfeest dat weinig meer te maken had met de kerk. Vaak ging de kermis ook gepaard met andere evenementen, zoals vleiskeuren, waar lokale slagers bezoekers vlees lieten proeven, maar ook jongens en meisjes elkaar ontmoetten om daarna gezamenlijk kermis te houden. Dat had overigens weinig te maken met het vieren van kermis zelf. Kermis houden was namelijk codetaal voor vrijen. Héél kerkelijk.
Ook Amsterdam bleef niet achter in de kermistraditie. De oude jaarmarkt groeide in de 18e eeuw uit tot een ware stadskermis die zich niet beperkte tot één plek. In september was het feest in de hele stad, en stonden er overal tenten met activiteiten, podia met optredens, stands met koopwaar en bezienswaardigheden, en kraampjes met lekkernijen zoals zuur, warme eieren, haringkoppen met raasdonders2 en flensjes met appel. Bewoners keken maandenlang reikhalzend uit naar de kermis. Ze spaarden het hele jaar, zodat ze in september los konden gaan en de teugels flink konden laten vieren. Ze feestten 3 weken lang, dronken 3 weken lang, en vochten vaak ook 3 weken lang.
Zondigen op de Botermarkt
De Botermarkt, het huidige Rembrandtplein, was het middelpunt van alle festiviteiten. Daar waren onder meer koorddansers, goochelaars, augurkenverkopers, notenverkopers en gokkramen te vinden waar het volk zich mee kon vermaken. Maar er liepen ook gauwdieven, beurzeligters, pypenstelders en oproerstigters rond die ruzie zochten en niet te beroerd waren om bezoekers van de kermis hun bij elkaar gespaarde kermisgeld afhandig te maken voor ze het konden uitgeven.
Een Fransman beschreef de Amsterdamse kermis als zonderling:
‘Maar niets zonderlinger, dan dat de vrijerlooze dienstmeiden kermisvrijers voor geld huurden, en dat de huurprijs verschilde naar 't voorkomen en de uitrusting dier knapen.’
Verlichte prostitutie, daar was de kermis niet vreemd van. Zelfs getrouwde mannen boden hun diensten aan als zogenoemde kermisvrijers. En hun echtgenotes gingen daarmee akkoord, zolang ze ook meedeelden in de opbrengsten. Er waren orgies en er werden scheve schaatsen gereden. Het was een ongetemde bedoening en de kerkgenootschappen en gegoede burgerij in de stad gruwelden ervan.
Toch was de kermis niet slechts een miniatuur Sodom en Gomorra. Bezoekers konden er doen wat ze leuk vonden. En dat was niet alleen zondigen, vrijen en bakkeleien. Er was brood, ja, maar vooral ook spelen. Zo waren er verschillende spellen te spelen op de Botermarkt, en was er een kegelbaan en ook verschillende schietkramen voor jongeren. Kijkkasten voor de kleintjes, liedjeszangers voor iedereen, en allerlei exotische taferelen, zoals dwergen en een vrouw met een baard.
Aanval op de volkscultuur
Amsterdam was na de Bataafse Revolutie – nadat de kermis eerst tijdelijk was opgeschort vanwege de spanningen tussen de patriotten en oranjegezinden – de eerste stad die de stadskermis weer liet doorgaan, waarna andere steden dit voorbeeld volgden tot groot enthousiasme van het gepeupel. Toch gingen er toen al stemmen op om het volksvertier, het ‘bacchanalia’, te verbieden. Het goddeloze karakter van de kermis was een doorn in het oog van de kerk en het stadsbestuur. Na jaren van pruttelende onvrede, besloot de gemeenteraad te stemmen. In 1871 werd met 24 stemmen voor en 3 stemmen tegen besloten dat de kermis van 1872 tot 1875 slechts 1 in plaats van 3 weken mocht duren. Buurtkermissen bleven toegestaan, maar voor de stadskermis ging in 1876 de stekker er helemaal uit, vanwege zorgen over openbare orde, drankmisbruik en de zogenoemde ‘morele schade’ die het feest zou veroorzaken. Geef het volk brood en spelen en je houdt ze tevreden, zo betoogde Juvenalis. Maar neem een van de twee weg en de pleuris breekt uit.
De Amsterdamse bevolking zag het afschaffen van de kermis als een aanval op hun volkscultuur. En dat pikten ze niet. De rijken hadden al het hele jaar kermis. Wie waren zij om de lagere klassen hun vertier af te nemen? Vooral burgemeester Den Tex moest het ontgelden. Er werden briefjes verspreid en affiches op pilaren en muren geplakt, waarmee Amsterdammers werden opgeroepen zich te verzetten tegen de afschaffing.
In stegen en smalle straten werd gescandeerd – eerst zachtjes gefluisterd door de kindjes in de Jordaan, maar naarmate september dichterbij kwam steeds luider door jong en oud, man en vrouw:
Kermis moet er wezen,
Kermis moet er zijn,
Anders mag de Burgemeester vreezen,
En Thorbecke van het plein
Godverdomme Kermis moet er wezen, Kermis moet er zijn,
Anders slaan wij bij den Burgemeester de ruiten kort en klein
Opstand broeide in de stad en er was maar één vonk nodig om de boel te doen ontploffen. Den Tex zag de bui al hangen. Hij liet de planning van de politie aanpassen en riep de hulp van het leger in. Vlak voor de kermis eigenlijk zou moeten beginnen, kwamen 200 extra infanteristen naar de kazerne in Amsterdam en werden er ook 100 huzaren gelegerd in de stad, waarvan 40 in het Paleis op de Dam.
Het oproer
Op 11 september 1876 was het zover. Op de Botermarkt verzamelden twee groepen van 300 tot 500 man zich, en ook in de Jodenhoek waarde een groep rond. Zo’n 300 opstandelingen bewapend met stokken trokken naar het huis van de burgemeester aan de Herengracht. Toen daar niet open werd gedaan, sloegen zij alle ruiten van het huis in, zoals beloofd in het protestvers. Maar dat leste de opstandige dorst van de oproerkraaiers niet. Den Tex was niet aanwezig, en dus richtten ze hun woede op de andere ruiten en huizen in de binnenstad.
De meute hield huis en trok door de Kalverstraat, over het Rokin, door de Raadhuisstraat en langs de grachten, een spoor van vernieling achterlatend. Ingeslagen ramen, gesneuvelde winkelpuien, gesloopte lantaarnpalen en opengebroken straten. De onrust en sloopdrang hield 5 dagen lang aan, en er waren enorme vechtpartijen tussen de Amsterdamse arbeidersbevolking en het leger en de politie. De opstandelingen werden hardhandig neergeslagen, overdreven hardhandig zelfs met sabels, bajonetten en geweren. Tientallen raakten gewond, en honderden werden gearresteerd. De kermisoproer was niet meer.
‘Volksverneuker’
De vijfdaagse opstand kreeg nog een klein staartje. Nederlandse socialisten spraken namelijk schande van het optreden van het politie en het leger. Klaas Ris, een van de voorlopers van de Amsterdamse socialistische beweging, tekende prostest aan en wilde een gerechtelijk onderzoek. Dat kwam er uiteindelijk. In totaal werden 129 getuigen gehoord, waarna duidelijk werd dat het handelen van politie en leger in veel gevallen niet gerechtvaardigd was. De betrokkenen werden niet bestraft en van de oproer werd vrij weinig geleerd. Toen Ris in 1877 in het Paleis op de Dam eiste dat de ‘volksverneuker’ Den Tex zou worden ontslagen, liet de koning hem verwijderen uit het paleis.
[ Steun mij ]
Doorkronkelen is een gratis nieuwsbrief die in stand wordt gehouden door lezers. Je kunt mij helpen door deze editie een like te geven. Zie het hartje onderaan. Dat helpt in het algoritme.
En als je het kunt missen, hoop ik dat je betalend abonnee wil worden. Voor € 5,- per maand help je me om Doorkronkelen – waar ik verder niet aan verdien – voort te zetten. Je kunt ook eenmalig doneren!
[ Wat heb je verder gemist? ]
Op 1 november verscheen op Netflix de documentaire It's All Over: The Kiss That Changed Spanish Football over de kus van de voorzitter van de Spaanse voetbalbond Luis Rubiales, vol op de mond van voetbalster Jennifer Hermos. Het was een smet op de overwinning van het Spaanse elftal, die gekroond waren tot wereldkampioen voetbal, een die de wereld overging en de discussie en dialoog over misstanden in het vrouwenvoetbal weer aanwakkerde en prominent tentoonstelde. Deze week werd ook bekend dat Hermoso niet tot de selectie van het elftal behoort. We gaan werken aan team spirit, zei de nieuwe trainer Montse Tomé. ‘We need to adjust certain things.’ Maar Hermoso was op haar eigen sociale media duidelijk: ‘Don’t sell your soul to the devil.’ Tome steunde Rubiales, net als het overgrote deel van de Spaanse voetbalbond, en applaudisseerde voor hem toen hij weigerde ontslag te nemen. Het niet oproepen van Hermoso lijkt een duidelijke waarschuwing naar de rest van het team. Ook Misa Rodriguez en Irene Paredes werden gepasseerd.
Nu het jaar van Oranje erop zit, is het tijd om de nationale voetbal-balans op te maken. De Volkskrant deed dat onder meer door een overzicht van 2024: van de spannendste wedstrijd tot de mooiste goal.
Over iets meer dan een jaar wordt in Marokko van 21 december 2025 tot en met 18 januari 2026 de Afrika Cup gespeeld. En dat belooft nu al vuurwerk. Grootmacht Ghana wist zich niet te kwalificeren voor het toernooi en ook Kaapverdië dat eerder dit jaar de harten van menig voetballiefhebber wist te winnen is er de volgende editie niet bij.
De shirtsponsor van Leicester City, BC Game, is failliet. Het nieuws werd gebroken door niemand minder dan onze eigen Jimmy Driessen en het is een hallucinant verhaal. Leicester City daarentegen is schijnbaar vol vertrouwen dat ondanks het faillissement de shirtdeal niet in gevaar komt. Overigens ontkent BC Game het faillisement. To be continued. Ik heb toevallig vorige maand een Vardy-shirt voor Sam gekocht, omdat die fan van de beste man is, waarop in blokletters ‘BC Game’ prijkt, dus ben benieuwd of dit een collector's item wordt of net zoveel waard is als wc-papier pre-corona.
Manchester City heeft weer een documentaire gemaakt: Together: 4-In-A-Row. De docu neemt je mee achter de schermen van het ‘historische seizoen 2023/24’, waarin City voor de vierde keer op rij de Premier League-titel won. Voor (minimaal) 5 pond kun je 'm kijken op de officiële kanalen van de club. Haaland maakt er flink reclame voor op zijn eigen socials. Erling is sowieso lekker bezig. Z'n Bama Gruppen-sponsordeal leeft namelijk nog en dat levert dit heerlijke plaatje op met de Bendit bananen.
Doorkronkelen is een nieuwsbrief van mij, Danielle Kliwon.
Vraag/tip/foutje gezien? Laat het weten via danielle@kliwonder.nl.
Wil je adverteren in deze nieuwsbrief? Ook dan hoor ik graag van je.
Panem et circenses of brood en spelen is een uitdrukking die slaat op de praktijk om de gunst van het volk te winnen door oppervlakkige behoeften van het volk te vervullen, namelijk eten en vermaak. De uitdrukking stamt van Satire X van de Romeinse dichter Juvenalis.
Haringkoppen met raasdonders staat ook wel bekend als ‘krakepiejekoop’ (thanks, Mister Haussmann).